Vraag en antwoord: GMP+ Binnen- en kustvaarttransport

vrijdag 25 februari 2022

Samen met de GMP+ Community doen we ons best om de voorwaarden die we hebben opgesteld zo duidelijk mogelijk te verwoorden in de schemadocumenten. Toch zijn er onderwerpen die meer uitleg behoeven,bijvoorbeeld over de praktische uitvoering en implementatie. Daarom geven wij antwoorden op drie vragen die we hebben ontvangen met betrekking tot de GMP+ Binnen- en kustvaarttransport.

Waar moet ik op letten bij het verven/coaten van laadcompartimenten

Het verven/coaten beschermt enerzijds de laadcompartimenten tegen roest, slijtage en agressieve bestanddelen/stoffen in ladingen. Anderzijds maakt dit het oppervlak glad waardoor de laadcompartimenten makkelijker te reinigen zijn en sneller drogen.

De verf/coating mag geen risico vormen voor de veiligheid van diervoeder.

  • Zie je losse stukken of bladderende verf/coating , verwijder deze dan zo spoedig mogelijk . Anders bestaat de kans dat deze in het diervoeder terecht komen waardoor deze verontreinigd raakt.
  • De verf/coating moet food grade zijn. Dit betekent dat deze geschikt is om op oppervlakten te gebruiken die in contact komen met levensmiddelen en/of diervoeder. Controleer dit goed. Staat dit niet aangegeven in de gebruiksaanwijzing? Lees dan de technische datasheet (bijvoorbeeld MSDS- material safety data sheet) of neem contact op met de leverancier van de verf/coating. Bewaar deze informatie goed voor als je vragen hierover krijgt tijdens de GMP+ audit/inspectie.
  • Controleer goed hoe lang de verf/ coating moet drogen voordat deze volledig is belastbaar (dus niet alleen stofdroog/kleefvrij of overschilderbaar) is. Let op: verf/coating is alleen food grade als je de droogtijden, aangegeven door de producent, strikt opvolgt.

Door de omgevingstemperatuur en de luchtvochtigheid kan het soms langer duren voordat de verf/coating volledig belastbaar is. Houd hier rekening mee bij de planning van onderhoud / transport.

Ik heb met mijn droge lading schip een verboden/niet -ingedeeld product getransporteerd. Moet ik na het lossen direct een vrijgaveprocedure uit laten voeren?

Alleen wanneer je direct daarna diervoeder wil transporteren is een directe vrijgaveprocedure verplicht. Je laat dan eerst de vrijgaveprocedure uitvoeren, zoals beschreven in het Werkplan 9c.

Hierbij doet het er niet toe hoeveel niet-diervoeder ladingen je al getransporteerd hebt na het transporteren van het verboden/ niet -ingedeelde product.

Als na het transport van een verboden/ niet -ingedeeld product geen diervoeder wordt getransporteerd, maar bijvoorbeeld zand, kolen, metaalschroot e.d., dan kan er gewacht worden met de vrijgaveprocedure.

Let op: wanneer je vrijgaveprocedure uitstelt schuilt echter het gevaar dat je het helemaal vergeet. Dit kan voorkomen wanneer je niet vaak diervoeder transporteert. Dit kan onopgemerkt blijven tijdens een Laad Compartimenten Inspectie, omdat er dan alleen om de laatste drie voorgaande ladingen wordt gevraagd. Tijdens de GMP+ audit, kijkt de auditor/inspecteur veel verder terug naar de getransporteerde producten. Een ontbrekende vrijgaveprocedure vóór de belading met diervoeder wordt gezien als een ernstige tekortkoming die kan leiden tot het verlies van jouw GMP+ certificaat.

Als je alsnog beslist hiermee te wachten, dan is het belangrijk voor jezelf een systeem te bedenken waardoor je het uitvoeren van de vrijgaveprocedure op een later moment niet vergeet.

Ik heb met mijn tankschip een verboden/ niet -ingedeeld product getransporteerd. Mag ik ook de vrijgaveprocedure, zoals beschreven in het Werkplaan 9c, toepassen?

Nee dat mag niet, de procedure in het Werkplan 9c is alleen bedoeld voor droge lading schepen. Het GMP+ FC scheme kent geen vrijgaveprocedure voor tankschepen. Dit betekent dat tankschepen die GMP+ diervoer transporteren, dit dedicated moeten doen. Er mogen geen andere producten worden getransporteerd dan producten voor de levensmiddelen- en/of diervoederindustrie.

Het GMP+ FC scheme volgt strikt de Hygiënecode Binnenvaart. Mocht je in jouw tankschip andere producten hebben geladen dan producten voor de levensmiddelen- en/of diervoederindustrie, dan zijn er ingrijpende maatregelen nodig om het tankschip geschikt te maken voor transport van diervoeder. Onder andere: het vervangen van alle leidingen, spiralen en pompen die met de lading in contact kunnen komen. Daarnaast soms ook de ladingcompartimenten, de ketel en de slobtanks. Zie voor een gedetailleerde beschrijving het Werkplan 9a. Bewaar het bewijs van de genomen maatregelen goed want hier kan tijdens de GMP+ audit/inspectie om gevraagd worden.

Het is dus ook belangrijk bij aanschaf van een tweedehands tankschip dat je nagaat of het schip alleen producten voor de levensmiddelen- en/of de diervoederindustrie heeft getransporteerd. Bewaar het bewijs hiervan als gedocumenteerde informatie voor als je vragen hierover krijgt tijdens de GMP+ audit/inspectie.

Zijn er andere vragen die betrekking hebben op de GMP+ voorwaarden voor Binnen- en kustvaarttransport, dan horen wij dat graag van je. Onze helpdesk behandelt jouw vraag. Vragen die ook voor andere bedrijven interessant kunnen zijn, publiceren wij in een volgende editie van de thema nieuwsbrief Binnen- en kustvaarttransport.